Van België naar de Turks-Iraanse grens op BMW R1100 GS en Kawasaki ZR7-S motorfietsen.

Verslag 8

En zo zijn we dan toch in Turkije aangekomen. Gelukkig vinden we in Istanbul aan wat een rondweg lijkt een geschikt (lees met airco) hotel. En dat vlakbij de Aya Sofia; een van de trekpleisters van deze stad. Adriaan heeft de eerste dag nog een afspraak bij een BMW dealer om het probleem, dat ze de vorige dag niet konden oplossen, alsnog te fixen. Wederom zonder succes, maar men zegt wederom, dat hij zonder problemen verder kan rijden.

Aya Sofia Istanbul is een imponerende stad. Het oude gedeelte met o.a. de Aya Sofia, de blauwe moskee, de grote bazaar en het paleis van de sultan zijn een lust voor het oog. We kunnen/willen niet alles bekijken, maar als het paleis van de sultans representatief is voor de rest (behoorlijke tegenvaller voor m.i. veel te veel geld = 10 euro pp) is dat geen gemis.

Op de bazaar scoor ik wel vast een hoofddoekje, want ons volgende reisdoel is Çankiri. Daar wonen vrienden van Adriaan en die willen we gaan bezoeken. Deze stad ligt in het Aziatische deel van Turkije en is meer Islamitisch dan het Europese deel. Ik ben nou eenmaal gewend me aan te passen aan 's lands wijs.

Met enige vertraging (Adriaan heeft waarschijnlijk iets verkeerds gegeten en is daar 1 dag goed beroerd van geweest) vertrekken we dinsdagochtend richting Çankiri. Er is al 3 dagen regen voorspeld, maar die wil maar niet komen. Istanbul, liggend aan de Bosporus is drukkend heet en we hopen in Çankiri, wat aanzienlijk hoger ligt, niet alleen vriend Halil en familie te ontmoeten, maar ook enige verkoeling.

De lucht wordt, naarmate we meer landinwaarts raken, steeds dreigender. Er vallen 3 spatjes en ik moet stiekem lachen om een cabrio die onmiddellijk zijn dak dicht doet. Maar 15 minuten later blijkt dat geen slecht idee. De hemelsluizen gaan open en onweer knettert door de lucht. We zitten ineens middenin een wolkbreuk. Gelukkig is het net etenstijd en vinden we vrijwel ogenblikkelijk een wegrestaurantje. Tegen de tijd dat we onze lunch hebben verorberd schijnt de zon alweer.

Istanbul De temperatuur is goed gedaald en met zo'n 23 graden en de wind in de rug leggen we resterende afstand (ongeveer 200 km) in rap tempo af. Tegen 6 uur arriveren we, met de vriendelijke hulp van agenten in een passerende politieauto is een hotel lekker snel gevonden.

Nadat we ons gesettled hebben bellen we Halil en die belooft ons in het hotel te ontmoeten. Binnen 10 minuten is hij er. Het blijkt dat zijn huis bijna om de hoek van het hotel is. We hebben ons nog heel even afgevraagd of het weer zou klikken, maar zodra hij arriveert met een big smile op zijn gezicht, weten we dat het goed zit.

We worden bij hem thuis uitgenodigd voor het eten. Op weg naar zijn huis kopen we gauw nog even een woordenboek, want ons Turks stelt niets voor en Halil's Duits en Engels al evenmin. Praten met handen en voeten en een woordenboek erbij is dodelijk vermoeiend, maar we hebben een gezellige avond.

Halil en Çanan op hun motor Halil heeft vakantie en houdt ook van motorrijden. Al snel is het plan geboren om de volgende dag met z'n vieren per motor de omgeving te verkennen. En dat we in een hotel slapen vinden Halil en zijn vrouw Çanan (spreek uit: Djanaan) al helemaal niks, dus ze staan erop, dat we na de motorrit bij hun blijven slapen. Aldus geschiedt.

De Halil-manier van een motorritje is anders dan ik gewend ben. Al na zo'n 5 km hebben we de eerste stop. We zijn wat omhoog gereden en hebben een prachtig uitzicht over de stad. We drinken een kopje versgezette thee alvorens verder te rijden. Na een stop bij de supermarkt gaan we richting een natuurpark. Diep in het bos, langs een snelstromend beekje wordt weer gestopt. Na een sigaretje en het 1ste middaggebed wordt een vuurtje gebouwd en lunchen we met brood, salade en gegrilde kip. Op voorwaarde dat Adriaan mijn motor door een modderbad iets verder naar boven rijdt, besluiten we nog verder het natuurpark in te rijden. We stoppen nog een aantal keren, o.a. voor het 2de middaggebed en natuurlijk voor nog meer thee.

Halil's motor dashboard Het is leuk om achter Halil aan te rijden. Hij heeft een cassette- recorder op zijn motor gebouwd en al rijdend "danst" hij mee op de muziek. Wat een levensgenieter is die man. En vol humor ook. Na zijn 2de gebed, als wij denken dat hij nog bezig is, gooit hij met steentjes.

's Avonds eten we bij de moeder van Halil. Chanan en ik komen daar eerder aan dan de mannen. Zij moeten even als mannen onder elkaar zijn en Halil wil Adriaan aan zijn vrienden voorstellen. Volgens een Belgische Turk komen er nooit toeristen in Cankiri, dus Adriaan is een soort bezienswaardigheid. Na het eten bekijken we bij Halil thuis met de kinderen nog even de foto's die we die dag hebben gemaakt en dan gaan we slapen.

De volgende dag willen we bijtijds vertrekken, maar dat blijkt schier onmogelijk. We hebben de motoren bij oma geparkeerd en daar ook een deel van de bagage achter gelaten. We drinken bij oma nog eens thee en worden overstelpt met cadeautjes. Een gebedsketting, eigengemaakte jam en koekjes voor Adriaan, zelf-gebreide sloffen, een hoofddoek en een zakmes voor mij. En dan kunnen we vertrekken. Halil en Chanan zullen ons een klein stukje begeleiden, zodat wij in alle rust afscheid kunnen nemen.

Opnieuw laswerk Helaas, na amper 500 meter ga ik op een piepklein stukje gravel met motor en al onderuit. En je raadt het al: de rechter spiegel en richtingaanwijzer liggen er weer af. De richtingaanwijzer is na enig plakwerk van de kuip zo weer geinstalleerd, maar het laswerk voor de spiegel dreigt een langdurige kwestie te worden. We besluiten net om dan maar zonder spiegel verder te rijden, als blijkt dat ook de uitlaat voor een deel is afgebroken. Om een lang verhaal kort te maken, 4 uur later en 10 miljoen Turkse lira's verder kunnen we dan eindelijk vertrekken.

We willen eigenlijk naar het noordoosten, richting de berg Ararat. Maar op het nieuws hebben we gezien dat dat gebied wordt geteisterd door overstromingen. Dus besluiten we die hoek van Turkije te laten voor wat het is. We zetten koers naar Goreme, zo'n 150 km ten zuidoosten van Ankara.

Capadokia We hebben alweer een fantastische rit: goede wegen, de wind in de rug, niet te hoge temperaturen. We rijden over de Anatolische hoogvlakte. Een schitterende omgeving. Heuvels in de verte in de meest fantastische kleuren, varieerend van geel en bruin tot mintgroen en steenrood. Als we Goreme aan het eind van de dag naderen gaat bij mij de snelheid eruit. Ik kan het niet goed beschrijven, maar wat ik zie is overweldigend. Bulten, soms net omgekeerde ijshoorntjes, soms net (excuse le mot) fallussymbolen. Deze hebben gaten erin en uit sommige gaten komt licht. Het zijn uit vulkanisch gesteente gehouwen huizen en sommige worden dus nog bewoond ook!

We zijn in Cappodocia aangekomen, een 'must' voor de Turkije-gangers. En een 'tourist trap' van de bovenste plank. Maar omdat er dit jaar ogeveer 50% minder toeristen zijn, valt dat best wel mee.

Met enige moeite bereiken we de camping, waar Adriaan 4 jaar geleden Halil en Çanan heeft ontmoet. Zoals gezegd: we bevinden ons naast een must, maar de eerste 2 dagen doen we het rustig aan. Deze voorbereidende reis begint bijna op een vakantie te lijken! Maar we hebben het gezien en ik hoop dat de foto's een indruk zullen geven van het geheel.

Na 4 dagen rijst wederom de vraag: gaan we rechts- of linksaf. Rechts is naar het oosten richting de Iraanse grens en dat is ons voorgenomen einddoel. Bovendien hebben we gehoord, dat je tegen- woordig zonder rompslomp Syrie inkunt en dat lijkt ons wel wat. Maar ja, die hitte he; we zien er wel tegenop. Dus gaan we linksaf, naar het westen, richting Pamukele, ook zo'n must.

Onderweg komen we langs Konya, waarvan men zegt dat je dat ook gezien moet hebben. Maar de stad kan ons niet bekoren en het is nog vroeg, dus rijden we door. We slapen die nacht op de gemeentecamping van Egidir, bij een meer, helemaal gratis. De voorzieningen zijn er dan ook naar, maar dat mag de pret niet drukken. En we hebben ons de gegrilde vissen van de familie naast ons uitstekend laten smaken. Adriaan laat in het dorp nog even zijn haren knippen. De kapper vraagt, na een blik op zijn helm: You Kawasaki or BMW? Hoezo news travels fast!

Motorpolitieagent Het wil 's nachts maar niet afkoelen, dus om 8 uur zitten we alweer op de brommer, nog steeds met als doel Pamukele. Adriaan heeft daar 4 jaar geleden bijna een parkeerbon gekregen, maar na het nemen van wat foto's kwam hij er goed mee weg. Die foto's heeft hij bij zich. Dus als we daar aankomen, wordt de desbetreffende agent opgetrommeld. Wederom niets dan hartelijkheid en 2 ritsen met ansicht- kaarten. Na de bezichtiging van de baden en een deel van het museum is het toch al later dan gepland. Doorrijden met temperaturen van meer dan 30 graden trekt ons niet aan. Maar geen nood; onder escorte van de motoragent worden we naar een aardig hotelletje gebracht, met zwembad.

We hebben een relaxte middag en 's avonds lekker verhitte (maar desalniettemin gezellige) discussies met lokale bewoners over wereldse en religieuse zaken. Veel te laat gaan we een poging ondernemen om in de nog steeds zeer warme hotelkamer te slapen.

Efes De laatste 'must' op onze route is Efes, dus klimmen we weer op onze brommers. Al rond 12 uur bereiken we ons doel en dat is maar goed ook. Niet alleen begint het weer behoorlijk warm te worden, maar Adriaan heeft waarschijnlijk iets verkeerds gegeten en daar is hij behoorlijk beroerd van. We laten de archeologische bezienswaardigheden voor wat het is en kruipen gauw in een hoetlkamer met airco, zodat hij zich kan herstellen. 's Avonds eten we in Kusadasi bij Burger King. Dat is een "remedie" die ook in Istanbul goed bij hem heeft gewerkt.

Ondanks de hitte zijn de opgravingen van Efes indrukwekkend. Je hebt niet veel fantasie nodig om je een voorstelling te maken van het leven in deze inmense stad, eeuwen geleden. Dat in tegenstelling tot de Griekse opgravingen, waar ik geregeld met enige vertwijfeling naar hoopjes oude stenen heb staan kijken. Nee, dan hebben de Oostenrijkers, die de opgravingen al zo'n 100 jaar uitvoeren, hier heel wat beter werk verzet.

We zijn nu zo'n 7 weken onderweg en we moeten zo langzamerhand eens gaan nadenken over de terugreis. Net ten noorden van Ayvalik woont nog een kennis van Adriaan, dus dat wordt het volgende reisdoel. En van daaruit kunnen we dan via Cesme (ook aan de westkust) een boot pakken richting Griekenland.

Bij Kamil brengen we een paar rustige dagen door. Ondanks het feit, dat Kamil gepensioneerd is, heeft hij het best nog wel druk. Hij is momenteel de "burgemeester" van de wijk waarin hij woont en de verkiezingen staan voor de deur. Maar de wijk wordt voor een deel bewoond door Turken met Nederlandse vrouwen, dus daar worden wij geintroduceerd en zo komen wij de tijd weer aangenaam door.

Morgen gaan we naar Çesme en zoals gezegd van daaruit naar Griekenland. Da's dus een mooi begin voor een nieuw verslag. Ik hou jullie op de hoogte.

Wat zie ik:

Dolfijnen in de Bosporus, vlak onder de kust! Een mevrouw in shador, wandelend over straat, haar SMS-berichtje beantwoordend. Een imam die zijn zangerige gebed onderbreekt. Niet voor het gebruikelijke slokje water, maar om z'n GSM te beantwoorden. Schrijnende tegenstellingen tussen arm en rijk; links van de snelweg torenhoge, gloedjenieuwe kantoren en flatgebouwen. Rechts van de weg oude huisjes bij een vuilstortplaats waar een vrouwtje haar kostje bij elkaar scharrelt. Vijf Lonely Planets in drie verschillende talen in een en hetzelfde hotel.

Groetjes,
Mirjam