Souks
We komen aan in de zandduinen nabij Mergouza. We mijden het stadje zelf...
We komen aan in de zandduinen nabij Mergouza. We mijden het stadje zelf...
Deze pagina toont, voor de visueel ingestelden, het verloop van onze route aan de hand van de GPS tracks die we op onregelmatige tijden bijwerken. Daarnaast vind je er (een selectie van) onze foto's.
In 1991 heb ik mijn motorrijbewijs gehaald. Omdat ik vóór die tijd eigenlijk alleen maar werkte had ik een hobby nodig. Hoognodig. Héél vroeger reed ik op een bromfiets naar de zwemtrainingen en ik heb onthouden hoe dat voelde. Enfin - ik ben gaan duiken en gaan motorrijden in 1991.
Om de één of andere reden beginnen veel motorrijders met een chopper-achtig model. Het luie zitten, het blinkende chroom, de zware klappen van de twee-cilinder - het zal allemaal wel bijdragen aan de aantrekkelijkheid, die me nu overigens helemaal ontgaat. Mijn eerste motor was een Yamaha Maxim 700, vlot gevolgd door een Honda Shadow (ook 700 cc). Niet lang daarna volgde een eerste BMW: K1100LT (de 'politie' motor). Die machine nodigde uit tot lange, lange ritten. Voor de lol ben ik eens voor een zakelijke conferentie op die motor naar Budapest gereden (en niet gevlogen, zoals ieder ander). Zó lekker reed dat ding.
Maar ja, uiteindelijk rijd je in cirkels. Je komt (na een paar duizend kilometer) weer terug waar je startte en misschien was je wel 'weg', maar je hoofd blijft bij je normale dagelijkse beslommeringen. Je komt niet 'los'. Mijn droom: Voor onbepaalde tijd rechtuit, of tenminste voorlopig niet terug naar huis te kunnen rijden. Weg. Vér weg. "Australië, dát is wel lekker ver", dacht ik, en de bestemming was gekozen. De keuze voor een R1100 GS was al evenmin weloverwogen. Maar zo begon de voorbereiding voor een reis waarvan ik geen idee had of het zou lukken, waar het langs zou gaan, hoe het zou zijn. Het was Daan van der Keur die de wijze woorden sprak: "Je moet gewoon gáán". Ik begreep die woorden pas écht toen ik weer terug was. Deze manier van reizen gaat over 'los' zijn. Van alles, en als eerste van een planning, want je kunt zo'n reis niet plannen.
Op 19 mei 1998 ben ik vanaf mijn huis in België vertrokken. In mei 1999 kwam ik aan in Australië, waar ik tot eind juli heb rondgereden. Ik heb de hele reis (van 14 maanden) een dagboek bijgehouden, waarvan ik de afleveringen periodiek via het Internet aan vrienden, kennissen en familie heb toegezonden. Aanvankelijk wilde ik slechts af en toe een berichtje versturen, maar uiteindelijk is het bijna een boek geworden.
De afleveringen op deze site zijn e-mailtjes die ik heb verzonden - precies zoals ik ze heb geschreven, met spelfouten, typfouten, gejammer over de falende motor en niet-relevante details. Maar er zitten ook een paar hele leuke anekdotes tussen.
Er zijn me tijdens die reis een aantal dingen overkomen die de rest van mijn leven hebben bepaald. Mijn moeder was (al) terminaal ziek tijdens de reis, mijn toenmalige vriendin heeft me tijdens de reis de bons gegeven en ik was betrokken bij een ongeval met fatale afloop. Dat laatste wordt verteld in aflevering 17b, in het hoofdstuk "Het ongeval".
Maar het is niet alleen maar kommer en kwel, zo'n reis: de hartverwarmende gastvrijheid van Vincent en Alison in Australië, de geweldige ritten naar de Chinese en Afgaanse grenzen in Pakistan, het duiken in Maleisië: er is wél wat te beleven, onderweg.
Nadat ik van de eerste reis was teruggekeerd ben ik nog één keer naar Californië gevlogen om te zien of Carolyn wilde terugkeren op haar beslissing deze zwerver de bons te geven. Niet dus.
Niet lang daarna leerde ik Mirjam (opnieuw) kennen - al snel woonden we samen en maakten we grote plannen: samen wereldreizen. Er was een piepklein probleempje: Mirjam had geen motor, en ook al geen motorrijbewijs. Maar dat heeft ze in redelijk korte tijd opgelost.
Onze eerste reis zou gaan van Vuurland naar Alaska (hetgeen niet helemaal gelukt is). Als voorbereiding op deze lange reis hebben Mirjam en ik als vingeroefening (begin 2002) een reis door Europa naar Turkije gemaakt. We hebben daartoe al onze spullen ingepakt alsof we op weg gingen van Vuurland naar Alaska.
We wilden graag zien, of de uitrusting compleet was en of alles functioneerde. We hebben een paar kleine probleempjes gevonden: te weinig touw en haringen voor de tent, een 12 naar 6 Volt converter die de wereldontvanger stoorde, een lekkend drinkwater systeem, de pan die te klein was voor twee personen, een katoenen trui die éénmaal nat niet meer te drogen is, enzovoort.
Over het algemeen bleek dat we klaar waren voor het grote werk. Ik heb de gelegenheid ook gebruikt om de Internet verbindingen in Europa te testen en een nieuwe schrijfstijl te proberen.
Op 26 november 2002 zijn Mirjam en ik per vliegtuig vertrokken. Voor een heel jaar, althans dat was het plan. De motoren waren al 6 weken vóór ons aan hun zeereis begonnen. Ongeveer tegelijk kwamen we aan in Chili. Vanuit Valparaiso, de havenplaats dichtbij de hoofdstad Santiago, zijn we naar het zuiden gereden. Kouder en kouder werd het, maar we zijn toch nog vóór de jaarwisseling 2002/2003 op Vuurland aangekomen.
Daarna werd het (gelukkig) steeds warmer, vooral in de woestijnen langs de Peruaanse kust. In Peru is Mirjam erg ziek geworden en heeft ze een week in een ziekenhuis gelegen. In de vijf weken die erop volgden werd ze niet beter. Uiteindelijk hebben we (bijna) op de evenaar de handdoek in de ring gegooid. Mirjam is langzaam weer beter geworden toen we éénmaal waren teruggekeerd.
Mijn reisvirus speelt óók op in de jaren waarin geen héle lange reizen (kunnen) worden ondernomen. Het onrustige gevoel in mij kan iets worden verlicht door een kortere reisjes, bijvoorbeeld met vrienden. Marcel en ik hebben een aantal jaren achtereen in de herfst zo'n reis gemaakt, de eerste keren zonder dat er een verhaal over is geschreven. Zo bereisden wij in 2004 de Grote Alpen route en in 2005 Portugal, en daardoor wisten we dat we ook wel wat 'meer' aankonden.
Op 28 augustus 2006 zijn we in zuidelijke richting vertrokken, om uit te komen in Aqaba, Jordanië (wel een paar weken later). We hebben er beiden een verslag van gemaakt, ieder op zijn eigen manier.
Na de crash in de Jordaanse woestijn onderweg naar Aqaba waren er wat reparaties noodzakelijk geworden. Het toeval wilde dat ik een verongelukte R1100 GS in onderdelen in de kast had staan. Het lag voor de hand om niet alleen het achterframe, maar ook het motorblok te lenen.
In de winter van 2008/2009 heb ik van alles uit elkaar gehaald, schoongemaakt, gereviseerd of vervangen. Mijn brommer met (toen) 210.000 km op de teller voelt zich er een stuk beter bij: het donor-hart dat 7 maal minder afstand had afgelegd, de nieuwe wiellagers en de vernieuwde Öhlins veerelementen zullen deze oude dame nog een hele tijd in leven houden.
Op 14 juni 2009 ben ik vertrokken naar Miami, waar mijn motor één dag eerder (eindelijk!) was aangekomen. De amerikaanse overheid had nog wat extra vertraging voor me in petto, maar op 18 juni kon ik dan eindelijk op pad.
Helaas eindigde (ook) deze reis anders dan ik me voorgenomen had, namelijk met een heupfractuur in Costa Rica, nét voor de Panamese grens (in maart 2010). In april van 2011 was ik eindelijk in de gelegenheid mijn motor op te halen en ben ik even teruggeweest.
Wat kan ik ervan zeggen? "Het jaarlijkse wekkertje liep weer af"? Zo af en toe speelt het reisvirus weer op: nu de vermoeide motorfiets weer een hele winter in de garage had gestaan, intussen weer in orde was gebracht, en de dagen weer langer werden... ...toen moest ik nodig eens op uit! Turkije, da's niet te ver en toch 'anders'. En dus ben ik in mei 2012 vertrokken!
Terwijl ik in Panama moest wachten totdat ik de motor kon verschepen naar Europa, realiseerde ik me dat de continenten 'op' waren. Antartica is onberijdbaar, en Afrika en ik zijn (vanwege de alom aanwezige corruptie) niet compatibel. Aangekomen in een jachthaven ontwaarde ik ... reizigers! Maar deze reizen per zeilboot rond de wereld. Ze waren zich aan het voorbereiden op hun doorvaart door het beroemde kanaal en ik kon hun zeer herkenbare opwinding over de stap naar iets onbekends voelen.
Isabelle heeft (op 26 jul 2016) een (arbitraire) datum gekozen. Voor onszelf, maar ook voor alle andere mensen om ons heen. Een soort ijkpunt om aan iedereen duidelijk te maken dat we op 18 augustus 2018 zouden vertrekken (18-8-18). De zoons zouden alle vier hun master diploma hebben (en sommigen zelfs een master-na-master), hopelijk een job én huisvesting. Er moest afscheid genomen worden van de patiënten en collega's in haar beide werkkringen. Voor onze huizen moest een bestemming worden gekozen. En er moest natuurlijk een auto worden gekocht en voorbereid. Een datum kiezen om naar toe te werken helpt enorm.
Aanvankelijk wilden we de Zijderoute rijden. Dat zou echter tot enige haast hebben geleid omdat we vóór het invallen van de winter (in december?) het Pakistaanse deel van de Himalaya achter ons zouden hebben moeten laten. Het was beter te beginnen op het zuidelijk halfrond, waar we (in september) konden beginnen in de lente en op geen enkele wijze haast moesten maken. En als we dan toch tijd mochten 'verkwisten', kozen we ervoor om in 30 dagen op een vrachtschip (die toch ook al de auto vervoerde) de oceaan over te steken. Een vrachtboot van meer dan 200 meter is niet te vergelijken met een zeiljacht, maar we hebben tenminste een stuk gevaren!
Onze boot zou eerst op 17 augustus vertrekken; na vier keer omboeken op nog twee andere boten werd het de Grande Nigeria die uiteindelijk de 31-ste augustus 2018 vanuit Antwerpen (via een omweggetje via Hamburg) begon aan onze overtocht naar Montevideo, Uruquay.
Tijdens de Zuid-Amerika reis bleek (in maart 2019) dat Isabelle cataract in beide ogen had en dat een operatie nodig was. Die is uitgevoerd in januari 2020 en we wilden onze reis hervatten in april 2020. Een pandemie stak daar een stokje voor en uiteindelijk konden we pas in november 2021 opnieuw vertrekken. Zoals gewoonlijk wisten we niet waar de reis ons zou voeren. Hetgeen we wel wisten is dat alles onzeker is, alleen nu nóg onzekerder door Corona.
Lang heb ik gedacht dat ik niet geschikt was om Afrika te bereizen. Isabelle heeft er goede ervaringen (voor Artsen Zonder Grenzen in twee Afrikaanse landen gewerkt) en wilde graag terug. Als getrouwd stel doen we alles samen en dus heb ik me over mijn remming heengezet: in november 2024 zijn we vertrokken, met het voornemen het per land te doen en er geen halszaak van te maken (rijdend) in Kaapstad aan te komen. Ach ja, onzekerheid: je weet zeker dat die er is...