Van Santiago de Chili naar het Noorden op BMW R1100 GS en Kawasaki ZR7-S motorfietsen.
Open brief aan J.C. van Winkel 11 februari 2003
Beste JC,
We hebben de "C.O." uitdrukking van Sandra en jouzelf gejat en onderdeel gemaakt van onze vocabulaire. 't Is een handige uitspraak omdat er nogal wat COs (en andere, gewoon goede eetervaringen) in rap tempo voorbijkomen. Het deel van Zuid-Amerika dat we nu gezien hebben is net lui-lekkerland. Vooral voor carnivoren zoals jij en ik.
Vlees
In Chili, maar vooral in Argentijns Patagonië houdt men het vee op extensieve wijze: de dieren lopen het hele seizoen los rond op een immens terrein. Het spierweefsel van rundvee wordt er dan ook echt gebruikt - om de dagelijkse 30 liter water en het schaarse voedsel bijeen te scharrelen.
Ik denk,
dat een Europese scharrelkoe in vergelijking weinig te doen heeft. Het gewone slachtvee loopt alleen van
krachtvoederbak naar het weiland - iets waar het nauwelijks moe van kan worden. Het vlees van het
half-wilde, Zuid-Amerikaanse vee heeft geen kleurstoffen nodig om er goed uit te zien in de vitrine van
de slager. Half wild, want er is geen inseminatie maar échte stieren, er komt geen veearts als er een
geboorte moeilijk verloopt want de 'boer' weet niet eens waar zijn koeien uithangen, behalve dat ze
ergens binnen de paar honderd kilometer lange omheining zijn. Enfin, rood vlees dus, Zo ongeveer waar de
kleuren van hertenbiefstuk en ossehaas elkaar ontmoeten.
We zijn nu zo'n twee maanden onderweg en hebben pas vier landen gezien. Argentinië is na Brazilië het grootste land van dit continent. 'Iedereen' woont in het midden - Patagonië lijkt wel onbewoond. Er is dus ruimte voor vee - heel veel vee. Er lopen hier miljoenen schapen rond en daar waar wat meer water is, zijn veel runderen. Met zo'n enorm aanbod van vlees van uitstekende kwaliteit hoeft de consument niet te beknibbelen: rundvlees is het goedkoopst. Als je duur wilt doen eet je varkensvlees, want vieze knorbeesten zijn hier nauwelijks. Schapenvlees zit er een beetje tussenin, behalve in het uiterste zuiden, waar het schapenvlees bijna gratis is.
Wijn
Het wijngebied beslaat slechts een klein deel van Argentinië en Chili, maar daar waar er wijn wordt gemaakt is die van uitstekende kwaliteit. De druiven groeien hier rond de 33-ste breedtegraad. In Chili vóór de Andes, in Argentinië erachter, gezien vanuit de richting van de regens. Vooral in het laatste land is het veel te droog voor druiven, maar gelukkig wordt er op grote schaal geïrrigeerd. Die bezigheid is verheven tot een wetenschap - ook hier wordt de druivengroei met water gemanipuleerd om precies de goede eigenschappen te krijgen.
En
daar stopt het niet. Vrij van Franse tradities of wetgeving maakt men hier wijn met de kwaliteit (of
verkoopbaarheid) als uitgangspunt. Je weet, dat ik een hekel heb aan dat elitaire gedoe van sommige
Franse huizen: ik vind dat de wijn smaakt of niet. Tuurlijk, ik ben bereid een paar jaar te wachten, maar
ik wil wel uitzicht houden op het resultaat. Ik ben geen liefhebber van wijn die zo veel taninne heeft
dat ik erna alleen nog maar mijn tanden wil poetsen, maar die 'belooft een grote wijn te worden over een
jaar of tien'. Geef mij maar zo'n moderne versie uit de Nieuwe Wereld die vandaag (of morgen) al
drinkbaar is.
Traditie
De Zuid-Amerikanen hebben tradities die jou ook wel zouden aanspreken. Als je ergens in The Great Outdoors bent, begint men met het maken van een vuur. De kooltjes schep je telkens onder het meegebrachte of al aanwezige rooster. Het vuur stook je doorlopend op. Alles is erop gericht om zo rond de siësta per persoon een enorme hoeveelheid vlees te hebben verorberd, ook als de bereiding drie hele uren grillen inneemt. Je gaat dus barbecue-en alsof je leven ervan afhangt, om erna een tukje te doen.
Je weet dat het voor mij een sport is om de lokale
gebruiken van het land waarin ik me bevind over te nemen. Het brengt me in contact met de mensen en
draagt bij aan mijn beleving van het land. En er zijn hier nogal wat gebruiken om over te nemen!
Het heeft wat oefening gekost, maar ik kan nu een redelijk vuur bouwen van leña hardhout. Zoals de patatkramen in de Lage Landen mayonaise verkopen, zo hebben de slagers hier 4 kilogram zakjes met hardhout. Zonder deze garnituren stokt de verkoop - leña is altijd verkrijgbaar. Het is lastig aan te krijgen, maar het brandt heel mooi schoon. En het moet gezegd: ik ben het met de Argentijnen eens, dat het resultaat beter smaakt dan met houtskool van dezelfde houtsoort.
Een culinair rondreisje
We worden erg goed gevoed hier. Iedere dag levert wel een goede maaltijd op - we hebben in culinaire zin zelden pech. Tussen de hoogtepunten door hebben we niets te klagen. Ik volsta met de beschrijving van een handjevol pieken:
CO 1. De eerste echte motor reisdag was het gelijk raak. Van de Stille Oceaan kust naar Pirque, waar het wijngoed 'Concha y Tora' zich bevindt. Een korte dag reizen - een makkelijk begin. Toen we onze weg zochten naar een slaapplaats had ik uit een ooghoek een grill-restaurant gezien.
"Geeft u ons maar van alles een klein beetje om te
proberen", zeiden we, want de kaart vertalen met zo'n boekje is niet eenvoudig. "Aha! Een parillada", zei
de eigenaar, en wij vonden dat OK. We kregen een stoofje op tafel waarin wat gloeiende kool lag met
daarbovenop een berg vlees voor drie dagen.
Inmiddels hebben we wel vaker parillada gegeten. We weten nu dus dat er tenminste asada inzit. Asada is een dwars uit de ribben gezaagd stuk vlees (en rib), een beetje zoals spare-ribs, maar dan van rundvlees. Asada wordt heel langzaam geroosterd, waardoor het zijn malsheid behoudt en het meeste vet wordt uitgebakken. Het vlees is erg gaar en smaakt licht naar de rook van het uitgebakken vet.
Een stukje schapenvlees hoort er ook bij. Een beetje zoals de asado, maar nu complete ribben van een lam. Niet zo lekker als rack-of-lamb, maar erg lekker. Sterke lamsvleessmaak, maar heel weinig vlees.
Chorizo worstjes horen er ook bij. In Pirque kregen we er twee - een 'gewone' en een pittige. Nou had ik alvast een 'Casillero del Diablo' Cabernet Sauvignon van Concha y Tora laten komen en dus heb ik de pittige laten liggen, want die bedierf de beleving van de wijn.
Een ander vast onderdeel van de Parillada is stuk entrecote of T-bone. Wel aardig, maar daaronder ontwaarde ik in Pirque de punt van een ossehaas. Een centimeter of tien lang - genoeg voor een CO, helemaal met de CabSav. De eerste klap is een daalder waard.
CO 2: Na een
tijdje reizen en observeren was het tijd geworden zelf eens zo'n brandje te stichten onder een stuk
vlees. In Entre Lagos aangekomen, onze laatste stop in Chili voor Argentinië, heb ik dan maar eens een
rooster geregeld voor de stookplaats naast onze tent. De eerste trip naar de enige slager was niet erg
succesvol, maar de tweede dag ging als volgt:
"¿Hay lomo?" - "Si, en 10 minutos". Nou begreep ik daar niets van. Je hebt biefstuk of je hebt 'm niet. Maar goed, ik stemde toe in tien minuten wachttijd. De slager riep wat door de zaak de straat in, en even later dook er een manneke op. Met z'n tweeën gingen ze de koelcel in, om terug te komen met een kwart koe! Met zijn tweeën manoevreerden ze het gevaarte op een tafel waarna de slager de haas voor me prepareerde. Ik heb twee stukjes van een inch dik genomen en voor Mirjam een paar chorizo's gekozen.
Snel nog even een CabSav geregeld en de haas iets rauwer gelaten dan in Pirque (het stoofje hield het vlees niet alleen maar warm, helaas). Zelfs Mirjam lust nu wel lomo. Een zelf-veroorzaakt CO geeft toch een ander gevoel, helemaal als je in een ver land na een hele dag in de buitenlucht zoiets lekkers te eten krijgt.
CO 3: Na een verregende reisdag en een tussenstop uiteindelijk in Bariloche, Argentinië, aangekomen. Officieel het begin van Patagonië, en de weergoden hebben ons 'verwend' met een sterke wind en een lage temperatuur, hoewel dat niet gebruikelijk is voor de regio. Koud geworden besloten we dat het tijd was voor een pre-siësta lunch in een (verwarmd) restaurant. Door toeval stuitten we op een gloednieuw bedrijf met een creatieve kok. Weg van de stookplaats naast de tent - even terug in de 'beschaafde' culinaire wereld van gesteven tafellinnen en de attente aandacht van bedienend personeel.
De maaltijd was 'gewoon goed' (gestoofd schapenvlees en een goeie biefstuk): eigenlijk het predikaat niet waard, maar de entourage, de bediening, ja zelfs de muziek hielpen het naar een CO.
CO 4: In
El Calefate, bij de gletschers in het uiterste zuiden heb ik uitgevogeld wat het verschil is tussen
houtskool en leña. Houtskool brandt gemakkelijk, maar leña voegt iets toe. Een rokerige sensatie, maar
zonder echt naar rook te smaken. Het klinkt raar, maar het is als het verschil tussen een gas barbeque en
houtskool. Oh - er komt bij terugkeer een stookplaats in onze Belgische tuin, Zuid-Amerika stijl. Het lot
van onze gas-Weber? Ik weet het nog niet.
Omdat je je in het uiterste zuiden overdag tijdens het motorrijden alleen zorgen maakt over het ontwijken van schapen en hun kroost (ander vee is er niet), kost het ultieme stukje schapenvlees er ook niet veel meer. De Argentijnen grillen rack-of-lamb in zijn geheel, maar ik ben deze eerste keer blijven steken in de eigen methode. We kregen een complete streng en sneden die zelf in plakjes. De platte stukjes worden (zoals in Turkije) kort gegrilld op ons zelfgebouwde houtvuur - een kwantiteits CO.
CO 5: We hebben vier reisdagen besteed aan de rit naar de watervallen van Iguazú op het drie-landen punt van Argentinië, Brazilië en Paraquay. Na de eerste twee dagen rijden zijn we 'gestrand' in een dorpje nabij Paraná, aan de gelijknamige rivier. Een paar honderd zielen uitgebreid met de tijdelijke inwoners van bungalows, waarvan wij er één huurden voor één nacht. Het werden er drie.
De lokale slager herkende me de tweede dag direct. "¡Hoy hay lomo!", (de eerste dag had ie alleen T-bone steaks voor me), waarna hij een complete ossehaas tevoorschijn toverde. "Wil je 'm helemaal of een stukje?", vroeg ie. Zo'n keuze is niet zo moeilijk. Ik wees een stuk aan van ongeveer vijftien centimeter, van het dikste deel, dat bijna één kilo bleek te wegen. De slager stemde toe, hoewel hij zou blijven zitten met de mindere delen van de punt en de top. Ik heb de spier dwars op het weefsel in dikke biefstukken verdeeld.
De Leña in dit rivieren gebied is rood als de aarde zelf. De Paraná rivier is groot: een kilometers breed stroomgebied; een stuk of vijf bruggen en een (tol)tunnel hadden we nodig om 'm over te steken. En de invloedssfeer is nog breder dan het stroomgebied. Grote oppervlakten, gevuld met bomen die 'vanzelf' (zonder irrigatie) groeien, afgewisseld met moerassen waarin (ondermeer) de Leña groeit.
Ik
heb in het dorp wel wijn gevonden, van Norton (een groot huis van matige kwaliteit nabij Mendoza), maar
die had zoals alles hier geleden onder de warmte van meer dan 35°. In deze temperaturen is geen wijn goed
te houden. De Argentijnen stoppen de rode wijn niet voor niets in de koelkast - je proeft bijna niks meer
van de oxidatie als de temperatuur flink laag is.
De luchtvochtigheid is overigens hoog, net zoals de middag temperatuur. Het klimaat dwingt ons als vanzelf in het siësta ritme. En dus heb ik het hout vlak na het middaguur aangestoken, tegelijk met de buren. De rook van het vuur geurde anders dan gewoonlijk. Iets intenser, wat meer kruidig. Het kwam de smaak van het vlees ten goede.
De wijn heb ik dus lekker laten staan - dit gegrillde vlees is het beste dat ik ooit heb gegeten. Een wijn was niet nodig. Mijn beste CO ooit werd heel puur, compleet met kippevel! Geen saus, geen groente, alleen maar lekker!
Verder
We gaan dapper door. Van een andere reiziger hoorden we dat het voedsel de rest van de reis niet meer zo goed is als in Argentinië en Chili. Jammer, maar ik hoop eigenlijk dat het aan die reiziger ligt en dat wij erin zullen slagen de krenten uit de pap te pikken.
Morgen gaan we richting Bolivia - ik ben gek genoeg wel 'toe' aan een ander land. We houden je op de hoogte van onze ervaringen,
Groet,
Adriaan