Een retourtje Aqaba, Jordanië - Marcel en Adriaan op twee motorfietsen naar de Rode Zee.
Verslag 1
Volle maans geluk
"Op reparaties onder een volle maan rust ook geen zegen", denk ik terwijl ik de
startknop nog eens indruk. De krukas wordt rondgedraaid maar het motorblok geeft geen enkele slag. "Zeker een
electrisch probleem", mopper ik terwijl ik mijn helm weer afzet.
"Ik weet wel waar die supermarkt is - ik rijd wel even voor die super-brommers van jullie uit", zegt de ritselaar die een half uurtje geleden had 'bemiddeld' bij de keuze van onze kamer. Het is altijd lastig zo'n 'ik breng je wel' aanbod af te slaan: als je weigert krijg je geen extra uitleg over hoe het dan wél moet, als je meegaat is het nooit te voorspellen waar je terechtkomt.
Enfin - de ritselaar gaat ons voor op de oude, waggelende scooter via serpentines, de berg op. Opeens ziet hij een kortere weg: een steil grindpad, precies geschikt voor super-brommers. Boven aangekomen blijkt er een afwateringsgeul in aanbouw dwars over het pad te liggen. Een gat, breder dan de wielen van de scooter.
De ritselaar stopt. Ik ook. Door het gewicht van de motor glijd ik met geblokkeerd voorwiel onmiddelijk achteruit. Mijn voorganger heeft dan juist de scooter over de geul getild en ik kan weer gasgeven. Maar mijn snelheid is niet hoog genoeg en ik tuimel in de geul. De schade aan mijn onderbeen zal aan- en dichtgroeien, maar de voorrem is onherstelbaar beschadigd. Met wat kunst en vliegwerk krijgen we de rem eerst los, en daarna een beetje werkend. Maar naar Aqaba rijden met een voorrem waar ik potentieel dóór kan schieten zie ik niet zitten.
"That's the best I can do" zegt Iviça, de eigenaar van Africa Moto op maandagochtend.
Het is een geweldig gelukkig toeval. Een Duitse vriend zal woensdag in Split aankomen; een vriend die bovendien
in de auto-industrie zit. Hij zal het originele onderdeel kunnen meenemen (tegen handelaar prijs en zonder
invoerrechten), terwijl wij de komende twee dagen in de Adriatische Zee kunnen gaan liggen. Zelfs de BMW dealer
in Split kan het niet zo snel.
Gisteravond, deels verlicht door een Petzl LED lampje en deels door de volle maan, heb ik de tank teruggeplaatst. En nu, op donderdagochtend, start de motor niet. Ik heb vaker ongevallen of andere pech in de periode rond de volle maan - gelijk denk ik dus: "op volle maan reparaties rust ook geen zegen". Door het slechte licht is me niet opgevallen dat de connector van de brandstof pomp niet helemaal goed zit. Aandrukken, starten, wègwezen. Zoveel mazzel rond volle maan...
Euro
Als reiziger met een beetje ervaring weet ik dat een Amerikaanse dollar bijna overal
in de wereld wordt geaccepteerd - mits het biljet in nieuwstaat is.
"Euroo! Have not euro?!?" schreeuwt de chef van het Servische tolstation. Marcel en ik hebben niet voldoende Dinars om de tolweg te betalen; we rekenden erop dat een creditkaart zou werken. Voor dit soort noodgevallen draag ik altijd wat contante dollars in mijn reiskleding - ik heb een nieuw biljet van 20 USD opgediept. Ze willen het eigenlijk niet hebben. Na lang aandringen nemen ze het met tegenzin aan, maar vooral omdat de rij met vloekende wachtenden langer en langer wordt...
De impact van onze munt die in eigen kring op zoveel weerstand kon rekenen is veel groter dan ik verwachtte. Dat ze in Slovenië zelfs euro wisselgeld teruggeven had volgens mij te maken met de aanstaande afschaffing van hun Tolar. Maar de Kroaten, de Bosniërs, de Serven, Bulgaren en de Turken hopen dat wij euro's meebrengen. Ze zijn dol op onze munt en zouden hun eigen "Zloty's" het liefst morgen inwisselen. (Marcel noemt de Kroatische Kuna, de Bosnische Mark, de Servische Dinar en de Bulgaarse Lea allemaal "Zloty")
Het is een vreemde ironie - sommige Europese koplopers mopperen nog steeds over de Unie en haar munt, terwijl de wereld aan onze oostgrens al vlot heeft ingezien wat het voordeel is. Ik hoop, dat het besef zich zo ver naar het oosten uitbreidt dat we ooit onze vaten aardolie kunnen afrekenen in euro's. Ik begin vast met lozen van mijn laatste contante dollars...
Smokkelaar
"Ik heb wel eens twee hele dagen gewacht voor een grensovergang!" - "Nou, dan bent u vast behoorlijk pro-Europa?" vraag ik hoopvol. "Nou, alles is alleen maar slechter geworden!", zegt de VUT-uitkeringstrekker. We staan in Bohinj, Slovenië achter de flinke caravan met Mercedes. "Voor wat vroeger tien gulden kostte betaal ik nu tien euro!" moppert de man net zoals zoveel andere vijftigplussers.
"Bovendien is er niks meer te regelen - sommige maanden had ik 4.000 gulden extra
inkomen met de smokkel van drank en sigaretten. Ik rijd nu ook nog wel, zwart natuurlijk, maar de romantiek is
eraf. GPS en GSM in de wagen zorgen dat ik niet meer zomaar eens een uurtje langs de weg kan slapen." (Navraag
leert dat het zwart 'moet' omdat ie anders in zijn VUT uitkering wordt gekort. De VUT die betaald wordt uit de
Nederlandse belastingen, opdat jongere arbeidskrachten meer kans op werk hebben.)
De moraal van de man ontgaat me volledig. Hij had veel vrijheid, heeft daar vrolijk gebruik van gemaakt en klaagt nu dat de pret over is, terwijl zijn jongere collega's de consequenties van (mede) zijn gedrag ondervinden.
Ik probeer nog wat: "Maar dat u nu met uw caravan met 80 kilometer per uur de grens tussen Duitsland en Oostenrijk over rijdt is toch wel prettig?" Het antwoord: "Ja, maar da's normaal!"
Zijn deze mensen gewoon kortzichtig? Verwend? Egoïstisch? Zouden ook dit soort vijftigplussers stemrecht hebben gehad tijdens het referendum over de Europese grondwet?
Chronologie
Marcel en ik zijn weer op reis. Twee maandjes lang, deze keer, met als doel de meest zuidelijke stad van Jordanië, Aqaba. De keuze hing af van praktische zaken: niet Iran wegens te veel papier rompslomp, niet Irak en niet Libanon vanwege de oorlogen ter plaatse, niet Egypte wegens overmatig duur.
Of we het halen is geen halszaak, zolang we (reis)plezier hebben. We zijn op 28
augustus vertrokken en hebben op 10 september Istanbul bereikt via Karlsruhe (Duitsland), Graz (Oostenrijk),
Bohinj (bij Bled in Slovenië), Novi Vindolski (aan de Adriatische kust in Kroatië), Makarska (ten zuiden van
Split aan dezelfde kust), Uzice (Servië), Sofia (Bulgarije) en Babaeska (Turkije). Volgens mijn teller hebben we
nu 4223 kilometer afgelegd maar da's pas het begin.
Het doel van de reis lijkt een plaats, maar eigenlijk wil ik weten hoe deze drie Islamitische landen (Turkije, Syrië en Jordanië) over ons denken zo'n vijf jaar na het ineenstorten van twee Amerikaanse gebouwen, 6.000 Westerse doden en (veel?) meer dan 30.000 doden aan de 'andere' zijde. Zijn we op bezoek bij de 'andere' zijde? Zullen ze ons zo zien? Of is die polarisatie iets dat vooral aan 'onze' zijde leeft?
De eerste 24 uur in Turkije zijn bemoedigend. We zijn hier welkom in onze rare Westerse kleding, en hulpvaardige Turken zijn nooit ver weg. Maar dit is Istanbul, zowat de meest mondaine stad in de Islamitische wereld.