Promotor 2003 - Dagboek: Vuurland-Alaska

Op naar Vuurland

Grind

Einde verharde weg "Gas, gas, gááásss!", roep ik uit. Er is niemand die me hoort boven het geraas van de BMW en de wind op deze verlaten Patagonische vlakte. En zeker Mirjam niet. Vermoeid rijdt ze tien meter voor me op deze grindweg, op haar Kawasaki wegmotor en met anderhalf jaar rijervaring.

We zijn onderweg naar het zuiden van Zuid-Amerika. We berijden de westelijke route: langs de voet van het Andes gebergte aan de Argentijnse zijde kaarsrecht naar beneden, over Ruta 40, die we uitspreken als 'kwarenta'. We willen de gletscher die langzaam in het Lago Argentino schuift, op eerste Kerstdag bereiken.

Patagonië staat bekend om de harde westenwind. Onze eerste dag was gelijk een uitdaging: ook de mensen die hier wonen klaagden dat het gisteren erg hard waaide. In de avond kwamen we, na een hele dag ongeveer náást onze motoren tegen de wind in hangen, in het onbeduidend gehucht Rio Mayo, waar het asfalt ophoudt.

Zeshonderd kilometer ongeasfalteerd avontuur staat ons te wachten. We hebben vanochtend de theorie nog eens doorgenomen: "Sturen met je achterwiel, gas geven als je voorwiel wegglijdt, alleen op je voorwiel remmen als je helemaal rechtuit rijdt", en meer van dit soort instructies. Na honderd kilometer grindpad komen we in het dorpje Perito Moreno, dat een asfalt-verbinding heeft met de Atlantische Oceaan. Wij blijven op de kwarenta.

"Gas, gááásss!" Het grind tussen de sporen is dieper geworden en Mirjam wordt door de dwarswind opnieuw in het diepe grind geblazen. Ze moet nu gas geven, anders loopt ze kans dat de motor over het voorwiel heen duikelt. De motor slingert heftig, maar gelukkig vindt ze een stukje 'schoon' pad. "Dat gaat weer net goed", verzucht ik opgelucht, "maar het gaat straks een keer fout." We moeten nu zo snel mogelijk stoppen en slapen.

Wandelende coteletten De eerstvolgende boerderij is 25 kilometer verderop, en toevallig verdient deze boer een centje bij door toeristen op te vangen. De 'estancia' ligt wel 7 moeilijke kilometers van de hoofdweg af, met nog dieper grind.

Mijn nacht is vol met twijfels. Mirjam is niet zo heel groot en daarom heeft ze deze lage ZR-7 en geen all-road van Honda of BMW gekocht. "Is het wel zo'n goed idee om een wereldreis te maken op een gewone wegmotor?" Het ís mogelijk op Fireblades, voor erg stoere mannen. Maar 'mijn' Mirjam blootstellen aan het doorlopende gevaar hard te vallen? Waar zijn we eigenlijk mee bezig? We willen deze reis maken om wat van de wereld te zien, niet om gevaarlijke dingen te doen.

Als de motoren weer starklaar zijn, vraag ik: "Gaan we door over de kwarenta of keren we terug naar het asfalt bij Perito Moreno en rijden we om?" Om bij de gletscher te komen moeten we nu nog 620 km rijden, waarvan 580 km over de onverharde kwarenta. Eerst over asfalt naar de Atlantische kust en dan weer terug naar het Andes gebergte is het dubbele: 1200 kilometer. Maar we vinden onszelf heel verstandig als we uiteindelijk aan het strand staan.

"Rustig, rustig!!", mompel ik een week later tegen mijn stoffige vizier. Nog steeds hoort niemand me, zeker Mirjam niet. Ze is ontketend: met steeds hogere snelheid dendert ze over de gravelweg op Vuurland, op weg naar Ushuaia. Maar Mirjam wordt er goed in. Ze heeft nu al 1000 kilometer op onverharde wegen afgelegd, want ook vanaf het strand terug naar de Andes was niet alles geplaveid. En na de gletscher werd asfalt nog zeldzamer.

Vanmiddag zullen we tegen het einde van het jaar aankomen bij het einde van de wereld. Het is ook het symbolische begin van onze wereldreis, aan het begin van 2003. Volgende halte: Alaska!